Waarom is het belangrijk om met de school over het autisme van je kind te praten?
Autisme kan beschreven worden als een “andere informatieverwerking”. De bedrading van het autistisch brein is iets anders georganiseerd waardoor de externe prikkels ook anders verwerkt worden. “Anders” betekent letterlijk ook “anders” en NIET “beter of slechter”. Om deze reden wordt er gesproken over “neurodiversiteit”. De wereld heeft verschillende denkers nodig zoals Temple Grandin in haar befaamde TED-talk zo mooi beschrijft. Peter Vermeulen, dé autismespecialist in Vlaanderen én wereldwijd, stelt in zijn laatste boek “Autisme is niet blauw, smurfen wel” eveneens dat we moeten streven naar neuroharmonie: we moeten leren om meer in harmonie tussen de verschillende “neurotypes” te leven.
De school is dé plek waar aan de ene kant heel veel informatie moet verwerkt worden én waar we kunnen werken aan de neuroharmonie en niet in de eerste plaats om het welbevinden van de student met autisme te verhogen!
Ook al lijkt op het eerste zicht dat je kind geen last ondervindt van zijn of haar autisme op school, je mag er zeker van zijn dat de inspanningen die je kind levert om zijn of haar autisme te compenseren immens groot zijn. Als je op lange termijn denkt, is het beter om preventief al enkele zaken aan te passen dan te wachten op een breakdown waarbij jongeren eensklaps totaal niet meer naar school kunnen gaan. Kobe Vanroy stelt in zijn boek “Leren met autisme ”dat heel wat jongeren met autisme de gevolgen dragen van een moeilijke (school)weg waardoor faalangst en een negatief zelfbeeld niet ongewoon zijn (p 70).
Drie basisregels om het aan te pakken:
BRENG ZO GOED MOGELIJK HET AUTISME VAN JE KIND IN KAART
Vaak wordt er gezegd dat als je “Eén iemand met autisme kent, ken je één iemand met autisme”. Hiermee wordt bedoeld dat de manier waarop autisme tot uiting komt heell individueel bepaald is en dus bij iedereen verschillend is. De onderliggende basiskenmerken zijn uiteraard wél herkenbaar, maar de manier waarop die tot uiting komen wordt is uniek voor elke persoon dus ook voor je kind. Laat ons een voorbeeld nemen:
In de DSMV staat dat sensorische verwerking een typisch kenmerk is voor mensen met autisme, maar niet bij allemaal. Momenteel wijzen studies uit dat bij 75% van de mensen met autisme een “andere zintuiglijke verwerking is vastgesteld”.
Bij de 75% waar dit het geval is, zal de manier waarop eveneens enorm verschillen. Er kan over- en ondergevoeligheid zijn op bepaalde zintuigen en dit kan dan nog veranderen afhankelijk van het stressniveau en/of vermoeidheidsniveau. Wie kent het beste zijn kind mét zijn of haar kind? Jij als ouder (wel of niet geholpen door een autismecoach om de specifieke aspecten van autisme beter te herkennen en te benoemen)!
Als ouder is het dus belangrijk om dit in kaart te brengen en dit te delen met de leerkracht. We kunnen niet verwachten dat een leerkracht alleen maar met de indicatie “dit kind heeft autisme” weet wat dit precies betekent en hoe ze dit kan herkennen. Als ouder kan je deze informatie op een objectieve en opbouwende manier meedelen. Hoe duidelijker, hoe beter.
BESPREEK MET JE KIND WAT VOLGENS HEM OF HAAR KAN HELPEN
Ongeacht de leeftijd van je kind, zal het toch vrij goed kunnen antwoorden op duidelijke vragen zoals “Wat heb je nodig om je huiswerk beter te kunnen maken?” of “Hoe zou de juf jou kunnen helpen om beter te weten wat je moet kennen voor de toets?”.
Probeer aan de hand van zeer praktische vragen bij je kind te polsen wat het zelf denkt nodig te hebben en verwek dit in je advies naar de school.
Vraag ook bij welke kindjes hij of zij denkt terecht te kunnen voor vragen. Wie zou hen kunnen helpen als het even niet meer duidelijk is? Het kan namelijk raadzaam zijn om een leeftijdsgenootje eerder de functie als “buddy”. Dit kan iemand uit de klas zijn die iets meer maturiteit heeft en die de functie als eerste aanspreekpunt op zich neemt. Die uitleg geeft in bepaalde zaken je kind met autisme mee op sleeptouw neemt.
Belangrijk is om in de communicatie met je kind vooral positief en toekomstgericht tewerk te gaan. Het praten over mogelijkheden en wat ze daarvoor nodig hebben, is motiverender dan te praten over problemen en hoe we dit moeten “oplossen”.
VRAAG AAN DE SCHOOL WAT ZIJ, BINNEN HUN ORGANISATIE, HAALBAAR ACHTEN
Het heeft geen nut zaken af te dwingen. Soms is het beter om minder aanpassingen te krijgen die door het hele team worden gedragen én toegepast worden dan dat men een formeel akkoord krijgt voor een hele reeks aanpassingen, maar waar niemand van het team achterstaat!
Een belangrijk argument dat je naar voor kan brengen is dat de meeste aanpassingen zo algemeen en zo natuurlijk mogelijk kunnen doorgevoerd worden. Van een “stille kamer” tijdens de speeltijd, kunnen ook andere kinderen gebruik maken die nood hebben aan rust. Je zou kunnen zeggen dat er bijvoorbeeld maximaal 8 kindjes/kinderen aanwezig mogen zijn maar dat de kinderen met autisme hier bv wel voorrang hebben.
Duidelijke geschreven instructies van wat er verwacht wordt in de toetsenweek, kan voor iedereen handig zijn.
De leerkracht maakt vaak niet graag uitzonderingen, maar de student met autisme wil ook geen uitzondering zijn en weigert soms hulp juist om deze reden! Dus als je erin het gesprek in slaagt om deze visie naar voor te brengen, dan is de effectiviteit van de aanpassingen groter.
Dit neem niet weg dat autisme een “onzichtbare” stoornis is met veel sterktes, maar ook met zijn beperkingen. Het is echter niet omdat de beperking niet zichtbaar is dat de compensatiemaatregelen dat ook niet mogen zijn! Een bril mag men altijd ophouden, maar een instructieblad met enkele stappen niet …. Kinderen met autisme hebben volop ontwikkelingskansen, moeten en kunnen heel veel bijleren, maar dit lukt des te beter als de omgeving zich ook een stukje wil aanpassen. Dit is leven in neuroharmonie. Ideeën voor mogelijke aanpassingen vind je terug op de volgende link: https://gedragsproblemenindeklas.nl/gedrags-en-ontwikkelingsstoornissen/ass/
Voor wie extra wil lezen, raad ik het boek “Leren met autisme” van Kobe Vanroy (Epo, Autisme centraal) aan. Kobe Vanroy legt een duidelijke link tussen het autistisch denken en de concrete moeilijkheden die op school worden ervaren. Je vindt er ook mogelijke aanpassingen in terug.